Pype, Marie-Eve
[UCL]
Hiligsmann, Philippe
[UCL]
(fre)
Le multilinguisme est un atout social, culturel et économique qui est valorisé mondialement. Conscients de cela, les Belges cherchent à tout prix à fournir les outils nécessaires à leurs enfants pour développer efficacement leurs compétences linguistiques. C’est dans cette optique que de plus en plus de parents de jeunes francophones belges s’intéressent à la formation EMILE (Enseignement d´une Matière par l´Intégration d'une Langue Etrangère) qui permet aux enfants et adolescents de suivre des cours dans une langue étrangère sans réduire l’acquisition des compétences disciplinaires par rapport à un enseignement traditionnel. Ce mémoire s’inscrit dans une volonté de mesurer les apports linguistiques réels de l’enseignement EMILE et porte le titre de Het meervoud van substantieven bij Franstalige CLIL- en niet-CLIL-leerders: een kinderspel? (Le pluriel des substantifs chez les apprenants en (non-)immersion : un jeu d’enfant ?). Notre attention se tournera sur un point de grammaire spécifique, à savoir le pluriel des substantifs en néerlandais. Il s’agira de déterminer si le niveau de justesse des apprenants pour cette structure linguistique dite simple est supérieur chez les élèves en immersion ou égal à celui des élèves issus de l’enseignement traditionnel. Dans ce cadre, l’analyse prendra en compte deux corpus de la même longueur contenant les productions écrites de 69 apprenants en immersion et de 134 apprenants de l’enseignement traditionnel en 5e année secondaire.
(dut)
Meertaligheid is een sociale, culturele en economische troef die wereldwijd wordt gewaardeerd. De Belgen zijn zich hiervan bewust en proberen hun kinderen tegen elke prijs de nodige instrumenten aan te reiken om hun taalvaardigheid doeltreffend te ontwikkelen. Met dit in het achterhoofd zijn steeds meer ouders van jonge Franstalige Belgen geïnteresseerd in de CLIL-opleiding (Content and Language Integrated Learning), die kinderen en tieners de mogelijkheid biedt om vaklessen in een vreemde taal te volgen zonder dat de verwerving van disciplinaire vaardigheden ten opzichte van het traditionele onderwijs wordt verminderd. Deze scriptie wil de concrete taalkundige bijdragen van het CLIL-onderwijs meten en heeft als titel Het meervoud van substantieven bij Franstalige CLIL- en niet-CLIL-leerders: een kinderspel? Onze aandacht gaat uit naar een specifiek grammaticapunt, namelijk het meervoud van de zelfstandige naamwoorden in het Nederlands. De vraag zal zijn of het niveau van correctheid van de leerlingen voor deze zogenaamde ‘eenvoudige’ taalstructuur hoger is bij CLIL-leerlingen of gelijk is aan dat van leerlingen uit het traditionele onderwijs. In deze context zal de analyse rekening houden met twee corpora van dezelfde lengte die opdrachten van 69 CLIL-leerlingen en 134 leerlingen uit het traditionele onderwijs in het 5de jaar van het secundair onderwijs.


Bibliographic reference |
Pype, Marie-Eve. Het meervoud van substantieven bij Franstalige CLIL- en niet-CLIL-leerders: een kinderspel?. Faculté de philosophie, arts et lettres, Université catholique de Louvain, 2020. Prom. : Hiligsmann, Philippe. |
Permanent URL |
http://hdl.handle.net/2078.1/thesis:26525 |