Broekhuis, Hans
Colleman, Timothy
van der Wouden, Ton
Van Goethem, Kristel
[UCL]
Op 20 december 2019 vond aan de KU Leuven de dertiende editie plaats van de Dag van de Nederlandse Spraakkunst (DNS), de eerste editie onder die nieuwe naam – tot en met de twaalfde editie heette het evenement Dag van de Nederlandse Zinsbouw (DNZ). Met de naamsverandering willen we tot uitdrukking brengen dat de studiedag voortaan een breder grammaticaal terrein bestrijkt, waar behalve de zinsbouw ook de fonologie, morfologie en semantiek van het Nederlands onder vallen, net als de grensgebieden of “interfaces” tussen die verschillende componenten. Voor het overige blijven de doelstellingen ongewijzigd: de Dag van de Nederlandse Spraakkunst blijft een evenement waarop onderzoekers die binnen verschillende stromingen en tradities actief zijn met elkaar in discussie gaan over oude en nieuwe onderwerpen uit de grammaticale beschrijving van het (hedendaagse) Nederlands. In een onderzoekslandschap dat in belangrijke mate gekenmerkt wordt door theoretische diversificatie en methodologische specialisatie is er nog steeds behoefte aan een studiedag waarop onderzoekers kennis kunnen nemen van resultaten die in andere onderzoekstradities zijn geboekt en waarop er gelegenheid is tot discussie en reflectie over de theoretische schotten heen. Drie van de lezingen die op de dertiende DNS werden gepresenteerd verschijnen hier in omgewerkte en uitgebreide vorm als artikelen. Norbert Corver presenteert een stand-van-zaken na ruim vijf decennia van onderzoek naar de syntaxis van het Nederlands vanuit generatief perspectief. Hij doet dat niet in de vorm van een uitgebreid encyclopedisch overzicht, maar stelt zich tot doel om een aantal inzichten of uitgangspunten te formuleren die in de verschillende grote fasen van de theorieontwikkeling terugkeren en dus als constanten van de generatief-grammatische theorievorming kunnen worden beschouwd. Samen vormen die fundamentele uitgangspunten van het structuurdenken (zoals ‘Zoek structuur tot op de bodem’, ‘Denk vanuit uniformiteit’, enz.) het “generatief-taalkundige denkraam”. In de tweede helft van het artikel worden die beginselen toegepast op een nieuwe casestudie, nl. adverbiale bepalingen van het type hardop, vrijuit, kortaf. Het artikel van Marijke De Belder en Jan Don stelt de Distributed Morphology (DM)-theorie voor aan een niet-gespecialiseerd publiek. DM is een generatieve benadering die er, in navolging van Halle en Marantz (1993), van uitgaat dat er geen onderscheid is tussen de syntactische en morfologische component van de grammatica en dat de vorming van nieuwe woorden dus volgens precies dezelfde regels en principes verloopt als de vorming van syntactische constituenten. Het artikel probeert vooral een aantal hardnekkige misverstanden over de uitgangspunten en doelstellingen van DM uit de weg te ruimen, die met name leven in andere recente generatieve benaderingen. Het artikel besluit met een korte vergelijking met twee zulke alternatieve modellen, nl. het Exoskeletale Model (XSM) en de Nanosyntaxis. Jack Hoeksema, ten slotte, presenteert een semantische studie naar de manier waarop een specifieke, nog maar weinig onderzochte constructie met causatief (of preciezer: reactief) van kan worden ingezet voor de uitdrukking van emoties en lichamelijke gewaarwordingen: rillen van angst, blaken van zelfvertrouwen, stralen van geluk, enzovoort. Hij doet daarvoor zijn voordeel met inzichten uit psychologisch onderzoek naar de indeling van emoties, met name uit het vierdimensionele model van Fontaine en collega’s (2007). Op basis van een dataset van +/- 2000 geattesteerde voorbeelden, illustreert Hoeksema de taalkundige relevantie van die vier dimensies, bv. voor de lexicale en semantische mogelijkheden en beperkingen van de van-constructie in combinatie met specifieke (groepen van) predicaten. Op die manier is de gepresenteerde casusstudie een pleidooi voor interdisciplinair semantisch onderzoek.
Bibliographic reference |
Broekhuis, Hans ; Colleman, Timothy ; van der Wouden, Ton ; Van Goethem, Kristel. Dag van de Nederlandse Spraakkunst 13 - Discussie. In: Nederlandse Taalkunde / Dutch linguistics, Vol. 27, no.1, p. 32-134 (2022) |
Permanent URL |
http://hdl.handle.net/2078.1/267678 |