Degand, Liesbeth
[UCL]
Dus en donc worden doorgaans beschreven als causale (voorwaartse) connectieven die semantisch een breed spectrum van relaties kunnen uitdrukken (Stukker, Sanders, & Verhagen 2008; Degand 2001; Pander Maat & Sanders 1995; Pander Maat & Degand 2001, Bolly & Degand 2009). In hun functie van causaal connectief komen deze markeerders voor in de linkerperiferie van de zin of eventueel in het middenstuk bij adverbiaal gebruik. Dus en donc komen (in gesproken taal) echter ook voor in de rechterperiferie, zoals in voorbeelden (1-2): (1) ik moet nog veertien dagen in september als ie vrij heeft DUS. (CGN) (2) mes autres grands-parents ils parlent en patois DONC (Valibel) Doelstelling van deze lezing is te onderzoeken of de migratie van de linker- naar de rechterperiferie gepaard gaat met een verschuiving van de betekenis van deze markeerders. Discourse markers komen zelden voor in de rechterperiferie (Fraser 1999), maar als ze er voorkomen dan zouden ze er een interactionele meer dan een organiserende rol vervullen (Brinton 1996). Immers, de rechterperiferie is de plek bij uitstek waar de sprekers begrip of onbegrip met betrekking tot de pas gecommuniceerde boodschap kunnen uitdrukken, gedeelde kennis kunnen bevestigen, en/of commentaar kunnen leveren. Naast een frequentie-analyse naar dus en donc op de laatste zinsplaats is het doel van de semantische analyse vast te stellen of deze markeerders een gelijkaardige functie vervullen, en of deze functie als “interactioneel” beschreven kan worden in beide talen, dan wel of de twee markeerders een verschillend gebruik tonen in de twee talen.
Bibliographic reference |
Degand, Liesbeth. Connectieven in de rechterperiferie. Een contrastieve analyse van dus en donc in gesproken taal. .Dag van de Nederlandse Zinsbouw (Gent, 29/10/2010). |
Permanent URL |
http://hdl.handle.net/2078.1/137452 |