Schiffino, Nathalie
[UCL]
Rosoux, Valérie
[UCL]
Dans nos sociétés contemporaines, il existe un « consensus mou » sur le lien entre démocratie et devoir de mémoire. Le devoir de mémoire serait essentiel en démocratie (de l’ordre de l’essence) ; la démocratie impliquerait ledit devoir de mémoire (dans une relation de type causale). Notre chapitre questionne cette évidence, en montre les tenants et les aboutissants. Aujourd’hui, il ne s’agit plus simplement de se demander quelle est la place du devoir de mémoire en démocratie. Il faut montrer comment mobiliser le travail de mémoire en démocratie.
Dans l’introduction, nous nous interrogeons donc sur le constat posé: pourquoi un tel consensus? Pourquoi une telle évidence, si communément et évidemment partagée? Nous présentons la question de recherche : comment mobiliser le travail de mémoire en démocratie ? Pour y répondre, le chapitre s’organise en trois parties.
La première se focalise sur les définitions de la démocratie et de la citoyenneté. Le dilemme crucial que pose Breendonk est celui de savoir jusqu’où la démocratie doit mettre en œuvre une valeur fondamentale comme la liberté d’expression pour autoriser l’expression d’idéologies liberticides. La deuxième partie aborde le travail de mémoire en tant que tel, son sens et ses usages principalement par les représentants politiques. Le travail de mémoire est présenté comme un marqueur de la capacité de la démocratie à se perfectionner. Il permet de rompre avec les logiques de revanche et d’oubli. Il n’établit pas une vérité avec un grand « V », mais construit un récit qui permet de décloisonner des représentations divergentes du passé. La dernière partie articule les notions de démocratie et de travail de mémoire. Le travail de mémoire responsabilise les citoyens à la construction permanente de la démocratie. Le travail de mémoire influence le référentiel de base, le socle commun de valeurs, la vision du monde (reconnaître un génocide, la disparition de prisonniers politiques, une frontière idéologique ou ethnique, etc.).
In onze hedendaagse maatschappijen bestaat er een min of meer algemeen aanvaarde consensus over de link tussen democratie en de plicht tot herinnering. Deze plicht zou de essentie uitmaken van de democratie; de democratie zou deze plicht impliceren (in een soort causaal verband). Ons hoofdstuk stelt vragen bij deze vanzelfsprekendheid, tast haar grenzen af. Het gaat er vandaag niet meer over om zich simpelweg af te vragen wat de plaats van de herinneringsplicht in een democratie is. Er moet getoond worden hoe de herinnering in de democratie dingen kan bewerkstelligen.
In de inleiding stellen we vragen bij de gemaakte vaststelling: waarom een dergelijke consensus? Vanwaar die algemeen aanvaarde en wijdverspreide evidentie? De onderzoeksvraag wordt voorgesteld: hoe de herinnering mobiliseren in een democratie? Het antwoord wordt in 3 delen gegeven.
Het eerste spitst zich toe op de definities van democratie en burgerschap. Het cruciale dilemma dat Breendonk stelt is dat van het weten tot waar de democratie (met) een fundamentele waarde als de vrijheid van meningsuiting moet rekening houden om vrijheidsbeknottende ideologieën toe te laten. Het tweede deel gaat in op de werking van de herinnering als dusdanig, de zin ervan en het gebruik dat vooral de politieke vertegenwoordigers ervan maken. Ze wordt voorgesteld als een graadmeter van de mogelijkheid die een democratie heeft om zich te perfectioneren en laat toe om te breken met de logica van de wraak of het vergeten. Ze legt niet een waarheid met grote W vast, maar schrijft een verhaal waarin de uiteenlopende voorstellingen van het verleden passen. Het laatste deel concentreert zich op de grondbeginselen van democratie en de omgang met de herinnering die de burgers responsabiliseert om voortdurend aan de democratie voort te bouwen. De herinnering beïnvloedt het referentiesysteem, de gemeenschappelijke basiswaarden, de kijk op de wereld (een genocide erkennen, de verdwijning van politieke gevangenen, een ideologische of etnische grens, enz.).
Référence bibliographique |
Schiffino, Nathalie ; Rosoux, Valérie. Democratie en het werken aan de herinnering. In: Ceulemans Carl, Sterkendries Jean-Michel (eds), Het fort van Breendonk, Garant : Antwerpen 2011, p. 105-127 |
Permalien |
http://hdl.handle.net/2078.1/84716 |