Lambert, Emilie
[UCL]
Hiligsmann, Philippe
[UCL]
(dut)
Ondanks het feit dat immersieleerlingen een betere functionele beheersing van de tweede taal verwerven, zijn hun productieve vaardigheden en o.a. hun uitspraakvaardigheden niet altijd voldoende accuraat (Beheydt, 2008). Wanneer zij in het Nederlands spreken, hebben zij de neiging zich vast te klampen aan de kenmerken van hun moedertaal (Anderson, 2004). De medeklinkercombinaties sch(r) en ng zijn gedefinieerd als moeilijk uit te spreken voor Franstalige leerders van het Nederlands, in het bijzonder omdat ze de fonemen /x/ en /ŋ/ bevatten die afwezig zijn in de Franse foneeminventaris (Hiligsmann & Rasier, 2007). In deze scriptie wordt onderzocht in welke mate Franstalige leerlingen uit het immersie- en uit het reguliere onderwijs de uitspraak van deze twee medeklinkercombinaties beheersen. Er wordt rekening gehouden met een aantal factoren die de uitspraak kunnen beïnvloeden. Meer specifiek werden de volgende factoren opgenomen: (1) invloed van de moedertaal, (2) type medeklinkercombinatie, (3) aantal lettergrepen per woord dat de medeklinkercombinatie sch(r) of ng bevat, (4) clusterpositie. De verwachtingen waren dat de sch(r) uitgesproken zou worden als *[skr-] en de ng als *[-ŋk] aan het eind van het woord en *[-ŋɣ-] in het midden van het woord door de invloed van de moedertaal en dat de immersieleerlingen beter zouden scoren dan de niet-immersieleerlingen. Een andere verwachting was dat er geen verschil zou zijn in uitspraakmoeilijkheden tussen de twee clusters. De uiteindelijke verwachting was dat naarmate het aantal lettergrepen per woord dat een medeklinkercombinatie bevat toeneemt, de uitspraak van de cluster moeilijker wordt. Twee gegevensbestanden werden geanalyseerd. De eerste maakte geen betrouwbare vergelijking tussen de leerlingen van de twee groepen mogelijk. In het tweede gegevensbestand werd een experiment uitgevoerd waarbij immersie- en niet-immersieleerlingen van het zesde leerjaar werden gevraagd 16 zinnen uit te spreken. Dit experiment vertoonde bepaalde tendensen. De onderdompelingsleerlingen scoorden hoger in beide combinaties. Beide groepen hadden echter lagere scores voor de ng-cluster. Er kon niet worden aangetoond dat het aantal lettergrepen de uitspraak van de combinaties beïnvloedt. Anderzijds werd vastgesteld dat de leerlingen die ng verkeerd uitspreken, dit in de meeste gevallen en voor beide posities (middenwoord en eindwoord) *[ŋɡ] uitspreken. Verder onderzoek is nodig om significante verschillen vast te stellen tussen beide leerdersgroepen.
(eng)
Despite the fact that immersion learners acquire a better functional command of the second language, their productive skills and, among others, their pronunciation skills are not always sufficiently accurate (Beheydt, 2008). When speaking in Dutch, they tend to cling to the characteristics of their mother tongue (Anderson, 2004). The consonant combinations sch(r) and ng are defined as difficult to pronounce for French learners of Dutch, in particular because they contain the phonemes /x/ and /ŋ/ which are absent from the French phoneme inventory (Hiligsmann & Rasier, 2007). This thesis examines to what extent French-speaking pupils from immersion and regular education master the pronunciation of these two consonant combinations. A number of factors that can influence pronunciation are taken into account. More specifically, the following factors were included: (1) influence of the mother tongue, (2) type of consonant combination, (3) number of syllables per word containing the consonant combination sch(r) or ng, (4) cluster position. The expectations were that the sch(r) would be pronounced as *[skr-] and the ng as *[-ŋk] at the end of the word and *[-ŋɣ-] in the middle of the word due to the influence of the mother tongue and that the immersion learners would score better than the non-immersion learners. Another expectation was that there would be no difference in pronunciation difficulties between the two clusters. The final expectation was that as the number of syllables per word containing a consonant combination increases, the pronunciation of the cluster becomes more difficult. Two data sets were analysed. The first did not allow for a reliable comparison between the pupils of the two groups. In the second data set, an experiment was conducted in which immersion and non-immersion pupils from the sixth grade were asked to pronounce 16 sentences. This experiment showed certain trends. The immersion learners scored higher in both combinations. However, both groups had lower scores for the ng cluster. It could not be shown that the number of syllables affects the pronunciation of the combinations. On the other hand, it was found that the pupils who pronounced ng incorrectly pronounced it *[ŋɡ] in most cases and for both positions (middle word and end word). Further research is needed to establish significant differences between both learner groups.


Bibliographic reference |
Lambert, Emilie. 'Het effect van immersie op uitspraakvaardigheid' : de uitspraak van de medeklinkercombinaties sch(r) en ng door immersie- en niet-immersieleerlingen in het Franstalig secundair onderwijs. Faculté de philosophie, arts et lettres, Université catholique de Louvain, 2022. Prom. : Hiligsmann, Philippe. |
Permanent URL |
http://hdl.handle.net/2078.1/thesis:36672 |