Moulin, Charlotte
[UCL]
Sergier, Matthieu
[UCL]
(dut)
De aanslagen van 11 september 2001 gingen gepaard met een reflectie over de maatschappelijke rol van kunst en dan ook van literatuur. Voor sommige critici hebben deze gebeurtenissen de relativistische houding van het ‘alles kan’ doen beëindigen terwijl andere literatuurwetenschappers toch beweren dat de rol van schrijvers tot literaire kringen moet beperkt worden. Dit verschil van literatuuropvattingen is trouwens de bron van een polemiek rond De revanche van de roman (2009) waarin Vaessens voor een terugkeer naar de sociaalkritisch geëngageerde auteur pleit, terwijl, voor andere critici, postmoderne schrijvers hun ivoren toren niet hebben verlaten. In deze scriptie komt de houding van de Nederlandse auteur Arnon Grunberg ten opzichte van maatschappelijke kwesties aan bod. Door de concepten van ethos en postuur te gebruiken, kijk ik naar de zelfpresentatie van Grunberg in drie post-9/11 autobiografische teksten: Grunberg rond de wereld (2004), Omdat ik u begeer (2007), en Kamermeisjes en soldaten (2009). Deze scriptie concentreert zich rond twee onderzoeksvragen: ten eerste vraag ik me af hoe Grunberg zich in autodiegetische teksten presenteert. Of met andere woorden: welke positie(s) of posturen blijkt Grunberg uit zijn zelfpresentatie in te nemen? Ten tweede zou ik graag willen weten in hoeverre deze posturen met de opvatting van Vaessens of van zijn tegenstanders overeenstemmen. Is er wel sprake in de zelfpresentatie van Grunberg van een terugkeer naar het engagement of weet Grunberg in de 21ste eeuw een onverschillig cynicus te blijven? Om deze vragen te kunnen beatwoorden vergelijk ik posturen die in deze drie boeken volgens mij voorkomen. In deze analyse haal ik uit deze teksten drie posturen van de auteur Arnon Grunberg voor de volgende redenen. De twee eersten, namelijk de postmoderne cynicus en de geëngageerde publieke intellectueel, maken deel uit van het debat rond Grunberg. Naar mijn mening komt een derde postuur bij Grunberg ook naar voren, waarin de macht van ironie aan het zien is.
(fre)
Si les attentats du 11 septembre 2001 ont marqué les sociétés occidentales, ils se sont également accompagnés d’une réflexion sur le rôle social de l’art de la littérature. Si pour certain, le contexte des attentats a mis fin au relativisme postmoderne du anything goes, les écrivains n’ont, pour d’autres, pas pour autant délaissé leurs tours d’ivoire. Cette différence dans la conception de la littérature contemporaine est d’ailleurs à l’origine de la polémique qu’a créée la publication de De revanche van de roman (2009) de Thomas Vaessens, livre dans lequel il prône le retour à l’engagement sociocritique d’auteurs comme Arnon Grunberg. Ce mémoire porte sur le positionnement de cet auteur par rapport à la société. En utilisant les concepts d’éthos et de posture empruntés à la sociologie et la linguistique, est prise en considération la présentation de soi que l’on retrouve dans trois livres de type autobiografique de Grunberg, publiés après 9/11 : Grunberg rond de wereld (2004), Omdat ik u begeer (2007) et Kamermeisjes en soldaten (2009). Ce mémoire se concentre autour de deux grandes questions. Tout d’abord je me demande comment Grunberg se présente-il dans des textes autodiégétiques. En d’autres termes, quelle posture(s) ou position(s) semble-il adopter dans sa présentation de soi ? Dans un deuxième temps, je cherche à déterminer dans quelle mesure ces postures sont en adéquation ou non avec la conception de Vaessens ou de ses opposants. Est-il question dans la présentation de soi de l’auteur d’un retour à l’engagement ou Grunberg arrive-il à rester un auteur postmoderne et indifférent au 21ème siècle ? Pour tenter de répondre à ces questions, je compare dans ce mémoire les postures qui ressortent de la lecture de ces trois livres. Dans mon analyse, je mets en avant trois postures particulières pour les raisons suivantes : les deux premières postures, c’est-à-dire le cynique postmoderne et l’intellectuel publique, correspondent en fait au débat engendré par Vaessens autour de la nature de la littérature que Grunberg écrit. Cette analyse est cependant selon moi trop simpliste et manichéenne. J’avance qu’une troisième posture ressort de la lecture de ces textes, posture dans laquelle tout le pouvoir de l’ironie de Grunberg est à l’œuvre.


Bibliographic reference |
Moulin, Charlotte. De macht van ironie : zelfpresentatie en engagement in Grunberg rond de wereld (2004), Omdat ik u begeer (2007), en Kamermeisjes en soldaten (2009) van Arnon Grunberg. Faculté de philosophie, arts et lettres, Université catholique de Louvain, 2018. Prom. : Sergier, Matthieu. |
Permanent URL |
http://hdl.handle.net/2078.1/thesis:16645 |